Elk jaar in november breekt het zorgseizoen weer aan. Verzekeraars adverteren met lage premies, handige apps en extra’s zoals gratis tandartscontroles of kortingen op brillen. Maar achter die aantrekkelijke aanbiedingen schuilen soms onverwachte uitgaven. De bijkomende kosten van een zorgverzekering kunnen flink oplopen als je niet goed oplet. Op deze pagina lees je welke kosten vaak worden vergeten, waarom ze ontstaan en hoe je jezelf goed kunt voorbereiden als je een nieuwe zorgverzekering kiest voor het komende jaar.
Het eigen risico is niet de enige kostenpost
Veel mensen letten bij het vergelijken van zorgverzekeringen vooral op de maandelijkse premie en het eigen risico. Logisch, want dat zijn de bedragen die meteen in het oog springen. Toch zijn dit niet de enige kosten waar je rekening mee moet houden. De bijkomende kosten zitten vaak in kleine, onduidelijke details. Denk bijvoorbeeld aan zorg die buiten je polis valt, behandelingen met een eigen bijdrage of kosten die je pas achteraf moet betalen. Het eigen risico is in 2026 nog steeds €385 en dat bedrag betaal je voor de meeste zorg die onder de basisverzekering valt. Maar dat betekent niet dat alles daaronder gedekt is. Ga je bijvoorbeeld naar een specialist zonder verwijzing, of kies je voor een niet-gecontracteerde zorgverlener, dan kun je een deel van de rekening zelf moeten betalen.
Niet-gecontracteerde zorg vormt een veelvoorkomende valkuil
Eén van de grootste verrassingen ontstaat bij niet-gecontracteerde zorg. Veel mensen denken dat alle zorgverleners onder hun verzekering vallen, maar dat is niet zo. Zorgverzekeraars sluiten contracten met specifieke ziekenhuizen, fysiotherapeuten of psychologen. Als jij kiest voor iemand buiten dat netwerk, kan de vergoeding lager uitvallen. Sommige polissen vergoeden dan maar 60 tot 75 procent van de rekening. Dat verschil kan bij dure behandelingen flink oplopen. Dit soort bijkomende kosten kun je makkelijk voorkomen door vóór je een afspraak maakt te checken of je zorgverlener een contract heeft met jouw verzekeraar.
Sommige medicijnen en medische hulpmiddelen zorgen voor bijkomende kosten
Bij medicijnen en hulpmiddelen ontstaan ook regelmatig onverwachte kosten. Niet elk merkmedicijn wordt volledig vergoed, zelfs niet als het dezelfde werkzame stof bevat. Verzekeraars hebben vaak voorkeursmedicijnen en als jouw apotheek iets anders meegeeft, kan dat betekenen dat je een deel zelf betaalt. Hetzelfde geldt voor hulpmiddelen zoals steunkousen, brillen of gehoorapparaten. Sommige vallen onder de basisverzekering, maar veel niet. En zelfs als ze wél worden vergoed, moet je vaak een eigen bijdrage betalen of eerst het eigen risico aanspreken. Wie daar niet op rekent, komt voor onaangename verrassingen te staan.
Eigen bijdragen bij tandarts en fysiotherapeut
Tandartskosten zijn een klassiek voorbeeld van bijkomende kosten die mensen over het hoofd zien. Voor volwassenen valt tandzorg meestal buiten de basisverzekering. Alleen met een tandartsverzekering krijg je een deel vergoed en ook dan geldt vaak een maximum per jaar. Als je bijvoorbeeld een kroon nodig hebt of meerdere vullingen, kan dat maximum snel bereikt zijn. De rest betaal je zelf. Hetzelfde geldt voor fysiotherapie. De meeste mensen krijgen fysiotherapie alleen vergoed vanuit een aanvullende verzekering, tenzij het gaat om een chronische aandoening die op een specifieke lijst staat. De eerste twintig behandelingen bij zo’n aandoening zijn dan alsnog voor eigen rekening. Ook dat zijn bijkomende kosten waar veel mensen geen rekening mee houden.
Reiskosten voor zorgafspraken vormen bijkomende kosten
Een ander punt dat vaak vergeten wordt zijn reiskosten. Zeker als je regelmatig naar een ziekenhuis of specialist moet, kunnen parkeerkosten en brandstof oplopen. Alleen in uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld bij langdurige behandelingen of als je medisch vervoer nodig hebt, worden reiskosten (deels) vergoed. Zorgverzekeraars vergoeden dat meestal alleen als je vooraf toestemming vraagt. Doe je dat niet, dan draai je zelf op voor de kosten. Het lijkt een kleinigheid, maar bij een wekelijkse afspraak kan het op jaarbasis een paar honderd euro schelen.
Zonder buitenlanddekking extra oppassen tijdens vakanties
Ga je op vakantie of werk je af en toe in het buitenland, dan is het slim om naar je dekking buiten Nederland te kijken. De basisverzekering vergoedt in het buitenland meestal niet meer dan het Nederlandse tarief. In landen waar de zorg duurder is, bijvoorbeeld in de VS of Zwitserland, kan dat betekenen dat je duizenden euro’s moet bijbetalen. Een aanvullende verzekering met werelddekking of een aparte reisverzekering met medische dekking kan dat risico afdekken. Wie dat niet regelt, neemt onbewust een groot financieel risico.
Let op bij alternatieve zorg
Veel mensen nemen tegenwoordig een aanvullende verzekering voor alternatieve zorg, zoals acupunctuur, chiropractie of homeopathie. De vergoedingen zijn vaak beperkt en gelden alleen voor therapeuten die zijn aangesloten bij specifieke beroepsverenigingen. Als jouw therapeut daar niet bij hoort, krijg je niets terug. Bovendien geldt er meestal een maximum per dag of per jaar. Dus ook al heb je ‘alternatieve zorg’ meeverzekerd, dan nog kun je te maken krijgen met bijkomende kosten als je vaker of bij duurdere specialisten langsgaat.
Zo bereid jij je goed voor op bijkomende kosten
De beste manier om bijkomende kosten te voorkomen, is jezelf goed informeren voordat je overstapt. Neem de tijd om de polisvoorwaarden te lezen, vooral het deel over vergoedingen en uitzonderingen. Vergelijk niet alleen de premie, maar ook wat je krijgt voor dat bedrag. Denk na over je eigen gezondheidssituatie en zorggebruik. Ga je regelmatig naar de fysiotherapeut of tandarts? Dan is het vaak goedkoper om iets meer premie te betalen voor een aanvullende verzekering dan alles zelf te bekostigen. Kijk ook naar de restitutie- of naturapolis. Met een restitutiepolis kun je zelf je zorgverlener kiezen en krijg je de kosten meestal volledig vergoed, ook als er geen contract is. Dat voorkomt verrassingen bij de afrekening.
Het is slim om een klein bedrag opzij te zetten voor onverwachte zorgkosten. Een buffer van een paar honderd euro kan veel stress voorkomen als er iets gebeurt. Dan kom je niet in de knel als je toch eigen bijdragen of niet-vergoede zorg moet betalen.




